Wie is er thuis in de zorg?
Dinsdagavond 19 november was er weer een aflevering van ‘Café de Toekomst’ in het Stationsgebouw Loppersum. De avond stond in het teken van thuiszorg. Presentator Leo van Esch: ‘Het thema aardbevingen staat garant voor een volle zaal, maar inmiddels worden er meer avonden georganiseerd dan er bevingen zijn, dus wij kozen voor dit belangrijke thema.’ Geen Vita Nova, maar wel een stationsgebouw vol mensen. Zorg leeft, dat is wel duidelijk.
Het publiek deed dan ook volop mee aan het rondetafelgesprek met de inleiders, onder leiding van Dirk van Impe. Eén van de inleiders, Anja Vlaskamp (‘advies en managementondersteuning’) schetste de grote lijnen aan de hand van alle nieuwe wetgeving, die ertoe moet leiden dat mensen thuis kunnen blijven wonen en dat de wijkverpleegkundige de spin in het (zorg)net wordt. Anja pleitte voor het woord ‘compassie’. Hoe fatsoenlijk willen we als gemeenschap met kwetsbare mensen omgaan? Agnes Niehuis, coördinator van Buurtzorg, illustreerde op haar beurt hoe die compassie in de praktijk gerealiseerd kan worden. Een klein team van verpleegkundigen en verzorgenden werkt 24 uur per dag in de gemeente Loppersum en doet alles in de brede range van zorg: van steunkousen tot aan stervensbegeleiding. ‘Wij zorgen ervoor dat mensen met een beperkt aantal zorgverleners te maken heeft. En iedere cliënt krijgt een persoonlijk begeleider, de centrale figuur waarbij een cliënt altijd terechtkan.’
Olga Hartman ten slotte, wethouder, beschreef de – steeds belangrijker wordende – rol van de gemeente. De gemeente organiseert de overleggen met de vele betrokken partijen, maar voert ook de keukentafelgesprekken bij de zorgvrager thuis. Keukentafelgesprekken? Een ambtenaar die moet bepalen welke ondersteuning een hulpvrager nodig heeft? Het publiek reageerde wat sceptisch. Hartman echter: ‘Zo goed als iedereen blijkt achteraf tevreden te zijn over het gesprek én over de uitkomst. In ieder geval zorgen we ervoor dat een hulpvrager nooit alleen is, maar altijd wordt ondersteund door bijvoorbeeld een familielid. En de kunst is om te onderzoeken wat de vraag is achter de vraag. Zo was er een vrouw die een aanvraag had ingediend voor een scootmobiel. Tijdens het gesprek bleek dat zij mantelzorgster was voor haar man, maar graag één keer per week naar de soos wilde, om af en toe ‘vrij’ te zijn.
Omdat ze zelf moeilijk liep, leek een scootmobiel wel handig. Wij hebben voor een andere – en goedkopere – oplossing gezorgd, die helemaal tegemoetkwam aan haar wens.’ Natuurlijk moet de gemeente het met minder geld doen. ‘Afvlakken’, zoals dat in verhullend jargon luidt. Volgens Hartman is dat mogelijk. ‘De 5 procent van de mensen die het kwetsbaarst is, moet het volle pakket krijgen. En voor de overige 95 procent geldt: meer efficiency, maar niet minder kwaliteit en wellicht een hogere eigen bijdrage.’ Ze gaf toe dat het een ‘hell of a job’ is. De discussie werd, helemaal volgens de formule van Café de Toekomst’, gelardeerd met muziek (door hetzelfde duo Van Impe & Van Esch),hilarische filmpjes van Koot en Bie en Brigitte Kaandorp en het gedicht en de gesproken column van de avond. Tijdens het drankje na werd nog volop nagepraat
Olga Hartman ten slotte, wethouder, beschreef de – steeds belangrijker wordende – rol van de gemeente. De gemeente organiseert de overleggen met de vele betrokken partijen, maar voert ook de keukentafelgesprekken bij de zorgvrager thuis. Keukentafelgesprekken? Een ambtenaar die moet bepalen welke ondersteuning een hulpvrager nodig heeft? Het publiek reageerde wat sceptisch. Hartman echter: ‘Zo goed als iedereen blijkt achteraf tevreden te zijn over het gesprek én over de uitkomst. In ieder geval zorgen we ervoor dat een hulpvrager nooit alleen is, maar altijd wordt ondersteund door bijvoorbeeld een familielid. En de kunst is om te onderzoeken wat de vraag is achter de vraag. Zo was er een vrouw die een aanvraag had ingediend voor een scootmobiel. Tijdens het gesprek bleek dat zij mantelzorgster was voor haar man, maar graag één keer per week naar de soos wilde, om af en toe ‘vrij’ te zijn.
Omdat ze zelf moeilijk liep, leek een scootmobiel wel handig. Wij hebben voor een andere – en goedkopere – oplossing gezorgd, die helemaal tegemoetkwam aan haar wens.’ Natuurlijk moet de gemeente het met minder geld doen. ‘Afvlakken’, zoals dat in verhullend jargon luidt. Volgens Hartman is dat mogelijk. ‘De 5 procent van de mensen die het kwetsbaarst is, moet het volle pakket krijgen. En voor de overige 95 procent geldt: meer efficiency, maar niet minder kwaliteit en wellicht een hogere eigen bijdrage.’ Ze gaf toe dat het een ‘hell of a job’ is.
, Caf de Toekomst